Vrijdag vertrokken we eindelijk naar de Dogon-vallei voor 4 dagen welverdiende (toch?) vakantie. Na 20 minuutjes probleemloos rijden, kwamen we aan in het eerste dorpje: Dijugobombo (= vrije interpretatie van de ware naam). Na een bezoek aan het dorpje, waarbij de nodige colanoten werden uitgedeeld aan oude mannetjes die zaten te niksen onder hun Togona (dat is een soort lage vergaderruimte waar de dorpsoudsten samenkomen om te discussiëren – het lage plafond zorgt ervoor dat ze zich niet al te boos kunnen maken, want wanneer ze in hun boosheid willen rechtstaan, levert dit hun een buil op die hun waarschijnlijk wel voor enige tijd kalmeert) kregen we voor de eerste keer de maaltijd voorgeschoteld die we snel beu zouden worden: spaghetti met tomatensaus. Na een goede maaltijd maakten we ons klaar voor een flinke wandeling naar het dorpje waar we zouden slapen, en waarbij we de Falaise moesten afdalen.
Spijtig genoeg besloot een zieke Annelien dat deze trip niet aan haar besteed was, waarna ze jammer genoeg terugkeerde naar Sévaré. Misschien niet zo’n slechte beslissing, want de rest van de groep kreeg af te rekenen met een ware tropische storm die de Malinese normen volgens onze gids ver overtrof. Met een niet aflatend doorzettingsvermogen besloten wij echter om toch de afdaling te ondernemen. Na amper 5 minuten, waren we al volledig doorweekt.
Moedig daalden we echter verder af, tot ons de weg versperd werd door een wel zeer brutale waterval. Met de minuut bleek deze aan kracht en volume te winnen. De gids besloot dan ook dat het te gevaarlijk was om deze over te steken, en voor de eerste keer in zijn leven, was hij genoodzaakt om terug te keren. Ook dit was echter niet volledig zonder gevaar, want 2 groepsleden (die we hier niet bij de naam gaan noemen) slaagden erin om bijna te verdwalen. Gelukkig merkte iemand net op tijd dat Jan en Kaat er niet meer bij waren… we klommen terug naar boven en besloten dan maar om via de weg naar het volgende kamp te lopen. Vlak voor aankomst versperde een vers ontstane rivier ons echter de weg. Aangezien we toch al doornat waren besloten we om deze te doorwaden, met tot gevolg dat we tot ons middel in het water liepen. Aangekomen in het dorpje alawazegou (wederom: vrije interpretatie) installeerden we ons, legden onze kleren te drogen, en gingen we een zeer warme en oncomfortabele nacht tegemoet. De volgende morgen vertrokken we naar het volgende dorpje om ongeveer 4 km, waar we de Telem (hutjes tegen de rots waar men vroeger woonde) beklommen, wat ons een prachtig uitzicht over de regio bood.
’s Avonds sliepen we in Enndé, waar we voor de vierde maal op rij pasta met tomatensaus voorgeschoteld kregen. ’s Morgens werden we wakker met een leuke verrassing: Annelien was teruggekeerd. Nu we weer voltallig waren, zetten we de reis met dubbel zo veel energie voort. We bezochten nog verschillende dorpjes, maar de foto’s spreken wel voor zich. Na nog een aantal serieuze beklimmingen in de blakende zon, waren we op onze eindbestemming, en keerden we terug naar Sévaré.
groetjes van iedereen
Beste studenten,
BeantwoordenVerwijderenWe volgen jullie reis met veel interesse vanuit de faculteit. Het is duidelijk dat dit een heel bijzondere inleefstage is geworden, waar jullie unieke ervaringen hebben opgedaan.
Jullie mogen trots zijn op het belangrijke werk dat jullie in Mali verrichten.
Hartelijke groet
Piet Stinissen, decaan fac GEN, UHasselt
oy bende, een dikke proficiat aan jullie allemaal. Chic wat jullie daar doen als ik het zo lees. Khoop dat het ook een prachtige ervaring is. Vele groeten van België (en mij :D ) en tot binnekort zeker
BeantwoordenVerwijderenMakkes